Zondag 14 September is een belangrijke dag voor projectleider Martin Veltman (1943). ‘Ik wil anderen laten zien hoe het boek dat je leest tot stand komt.’
Wat is ‘Boekwerk in uitvoering?’ ‘Een krankzinnig project. Een behoorlijk uit de hand gelopen hobby, omarmd door Amsterdam Wereldboekenstad. Het is een van de weinige projecten waarover werkelijk iedereen enthousiast is terwijl de financiering bij lange na nog niet rond is. Eigenlijk is het allemaal begonnen toen ik enkele jaren terug de oude drukpers van grafisch kunstenaar Frans de Jong zag, een Joahannisberger uit 1913. Ik wist meteen: hier moet ik wat mee! Want als dit soort machines op zeker moment in elkaar stort, is er niks meer, dan is het over. Ik ben gelijk begonnen met het inventariseren van wat we in Nederland nog aan old timers hebben. Toen bleek dat er her en der nog een paar staan, ontstond het idee om, gebruikmakend van die persen, op verschillende locaties één boek te drukken, aangevuld met offset-katernen. Inmiddels hebben we vijfentwintig tekstuele bijdragen van in totaal eenentwintig auteurs en publicisten binnen, vormgevers en illustratoren zijn met elkaar in contact gebracht, en we weten welk katern bij welke drukker gedrukt zal worden.’
Wat beoog je ermee? ‘Het is mijn vakgebied, ik ben erin opgegroeid. Ik wil anderen laten zien hoe het boek dat je leest tot stand komt en hoeveel variatie er mogelijk is in vormgeving, letter, papier enzovoort. En dan maar hopen dat het enthousiasme overslaat. Als je de documentaire ‘Glas’ van Bert Haanstra eenmaal gezien hebt, kijk je voortaan toch anders tegen een fles aan. Het ontstaansproces, daar gaat het mij om. Dat wil ik vastleggen.’
Wat is jouw relatie met het boekenvak? ‘Ik ben gediplomeerd letterzetter. Op mijn zestiende stond ik al achter de letterkast.’
Wat doet een letterzetter? ‘Ik was handletterzetter, iemand die losse loden – of soms houten – letters in een zethaak plaatst met de bedoeling er woorden en zinnen mee te vormen en deze af te drukken (niet te verwarren met het machinaal zetten). Op die manier kwam vroeger een boek tot stand. En verder heb ik veel affiniteit met grafische en typografische vormgeving.’
Vertel eens iets over het ontstaansproces van dit project. ‘Ik liep er al een tijdje mee rond, maar omdat ik niet verder kwam dan wat warrige ideeën, ben ik naar Frans Lasès (televisiemaker/vormgever/auteur, red.) gestapt met de vraag of hij de zaak eens op een rijtje wilde zetten, dat was in januari 2007. Vanaf dat moment zijn we er intensief samen mee verder gegaan. Zo ontstond het idee van een boekwerk waarvan je de uitvoering kunt volgen. We hebben een lijst met auteurs opgesteld en hen vervolgens benaderd met het verzoek een artikel of gedicht te schrijven over een specifiek onderwerp. Het was een flinke lijst omdat we er van uit gingen dat zeker een 1/3 zou afvallen, maar tot onze verbazing en vreugde bleken ze nagenoeg allemaal te willen meedoen.’
Waar komt het geld voor dit project vandaan? Van Amsterdam Wereldboekenstad? ‘(Lacht) Laat ik voorop stellen dat verreweg het grootste deel onzichtbaar geld is in de vorm van de bereidheid van mensen die dit project van de grond willen tillen, zonder te weten of ze er ooit voor betaald zullen worden. Daarnaast worden papier en drukwerk voor een groot deel gesponsord. Maar er is uiteraard ook echt geld nodig. En om dat misverstand maar meteen uit de weg te ruimen: hoewel Amsterdam Wereldboekenstad ons van harte steunt, krijgen wij geen geld van ze. De eerste tweeduizend euro kwamen van de Stichting Fonds bv Dapperbuurt. Daarvan konden we postzegels kopen en fotokopieën betalen, want er moesten bijvoorbeeld brieven uit naar potentiële subsidieverleners, auteurs, vormgevers enzovoort. De auteurs konden we ‘betalen’ dankzij een bijdrage van het Lirafonds. En het Mondriaanfonds heeft ook een gedeelte van het project gesubsidieerd. Voor de compositie en de uitvoering ervan kregen we geld van de Turing Foundation, en voor het filmisch verslag van de openingsdag kwam er een bijdrage van het Grafisch Onderwijs Centrum en Het Koninklijk Verbond van Grafische Ondernemingen. Een aantal andere fondsen zag echter de cultuurhistorische waarde van dit project niet in, of wilde het niet zien. De grote inzet van Bert Wallenburg (die ons hielp bij de subsidieaanvragen) ten spijt.’
Er zijn nogal wat auteurs en vormgevers van naam bij betrokken. Vanwaar deze samenstelling? ‘Een kwestie van bij elkaar gaan zitten en namen en thema’s noemen. We wilden een breed beeld schetsen, het boek vanuit heel veel verschillende invalshoeken belichten. Literatuur, het stripboek, interviews met specialisten, boekvormgeving, de etalage, papier, het gedroomde boek etc. Een grote diversiteit aan onderwerpen waar we de juiste namen bij gezocht hebben. Zo van: wie willen we er graag bij hebben?’
Voor wie is Het Wereldboek bedoeld? ‘Vanzelfsprekend maak je het in eerste instantie vooral voor jezelf. Want wie maakt er een boek waarvoor hijzelf geen belangstelling heeft? Maar je hoopt natuurlijk wel dat een ander – en dan bedoel ik iedereen die van lezen en/of boeken houdt – mét jou er net zoveel plezier aan zal beleven.’
Hoe gaat het er uit zien? ‘Elk van de vijfentwintig artikelen heeft zijn eigen katern, uniek vormgegeven, geïllustreerd en gedrukt. De losse katernen worden afzonderlijk ‘verpakt’ en – door middel van ‘Singersteek’ en Japanse bindwijze – tot één geheel gebundeld. Een in veel opzichten heterogeen samengesteld boek zal een homogene uitstraling krijgen. Ik denk dat we er een mooie oplossing voor bedacht hebben. Mark Schalken zal het boek-als-geheel vormgeven.’
Wanneer kunnen we het boek verwachten? ‘In oktober zullen de eerste losse katernen van de persen rollen. Telkens wanneer een onderdeel gereed is, verschijnt het. Exemplaren zullen geëxposeerd worden in de Openbare Bibliotheek van Amsterdam en te koop worden aangeboden bij o.a. Atheneum Boekhandel. Tegen de sluiting van het boekenjaar (eind april 2009) zal het gebundelde Wereldboek officieel gepresenteerd worden.’
Veel drukkerijen verlenen om niet hun medewerking. Hoe krijg je zoiets voor elkaar? ‘De drukkerijen die wij benaderd hebben, doen zoiets wel vaker. Ze vinden het leuk om aan bijzondere projecten te werken. Hun geld verdienen ze met commerciële opdrachten. En dit is natuurlijk onalledaags en, niet onbelangrijk, vak gerelateerd. Ze zien dit natuurlijk ook als een vorm van promotie, kijk eens wat wij kunnen. Een aantal van de vormgevers en illustratoren werkt bovendien vaak met dezelfde drukkerij, dus die contacten bestaan al.’
Een muziekstuk voor Johannisberger en andere instrumenten. Wie bedenkt zoiets? ‘Ooit, in een ver verleden, is bij Orkater een muziekstuk voor Heidelberger gemaakt en uitgevoerd in Felix Meritis. Toen ik eens met ontwerper Wiek Molin op een verjaardagsfeestje bij Frans de componist Wouter van Bemmel ontmoette, hebben we met hem gesproken over het schrijven van een stuk voor de Johannisberger, vanwege dat specifieke geluid. Hij had er wel oren naar, maar – zoals dat zo vaak gaat – het bleef bij een idee. En nu, jaren later, bij de voorbereiding van dit project, kwam Wouter weer in beeld. Het resulteerde in Persweeën.’
Waarom Persweeën voor Johannisberger, als er al een stuk bestaat voor Heidelberger? ‘Er is ook wel eens vaker een stuk geschreven voor piano.’
Blijft het bij deze uitvoering op 14 september? ‘Van de openingsdag van ‘Boekwerk in uitvoering’ wordt een verslag in beeld en geluid gemaakt door Arno Kranenborg. Hierin zal ruime aandacht besteed worden aan de uitvoering van Persweeën. Het is de bedoeling dat er in een later stadium een dvd van gemaakt wordt.’
Je hebt je heel wat op je hals gehaald. Is het dat allemaal waard? ‘Dat zal aan het eind moeten blijken.’
september 2008